faces J
list
updated: 27-Mrt-2024

___________________
Camiel Jacobs

KTZ SBH b.d.

° 1934.09.19 Deurne

O 95164

 

Eerste C.O. (F911 Westdiep) in STANAVFORLANT (1980)

EGUERMIN 1e cursus 1958

van onder links naar rechts:

1.
2.
3. Jef Verhoest (misschien)
4. de Schutter
5.
6.
7. Verspecht (misschien)
8. Camiel Jacobs

Kan er iemand helpen bij de namen?

V-bommen op Deurne-Zuid

Even voorstellen. Camiel Jacobs geboren te Deurne op 19/9/1934

Als 10-jarige knaap zat ik in het 5de leerjaar van het Sint Rochusinstituut in de Van den Hautelei te Deurne-Zuid. Titularis was Br Quirion van de Broeders van Liefde, die de school beheerden.

De eerste V1 in Antwerpen-stad was gevallen op 13/10/1944 in de Schlilderstraat te Antwerpen en onze school werd kort daarna voor onbepaalde tijd gesloten.

Dat was een onvoorziene vakantie die we thuis of in de werkplaats van vader, die smid was, al spelend doorbrachten. Ik had wel een oudere broer Louis en drie jongere Casimir, Florent en de jongste Bruno die 2 jaar was en die gedurende dag nog regelmatig in de kinderwagen in de woonkamer sliep. Een familiehulp hielp moeder in het huishouden.

Mijn oudste broer en ik zongen in het knapenkoor van Br Paternus en op de fatale 25 oktober voor de bewoners van de Silsburgstraat, gingen we een begrafenis zingen in Wommelgem voor een overleden klasgenootje en zijn vader, verongelukt door de ontploffing van een landmijn nabij het vliegveld van Deurne. We stapten in de rij, twee aan twee, langs de Herentalse Baan, richting Wommelgem. Ongeveer ter hoogte van de Silsburgstraat gekomen sloeg het noodlot, onder vorm van een V1 toe. Er vielen 15 doden en 35 gewonden. Mijn latere echtgenote die in de Silsburgstraat woonde, was gelukkig juist met haar oudste zuster naar Kasterlee bij familie gegaan vanwege het bommengevaar.

Mijn oudste broer en ikzelf evenals de andere zangertjes werden door de luchtdruk weggeblazen tot tegen de huisgevels of zelfs in de gangen van de huizen. We zaten goed onder 't stof en liepen huiswaarts. Onderweg in de Van de Hautelei was het ouderlijk huis van onze familiehulp en daar liepen we binnen om wat te drinken en ons gezicht en kleren wat proper te maken. Daarna liepen we vlug naar huis op 't Exterlaer. Onnodig te zeggen dat onze ouders zeer blij waren ons heelhuids terug te zien.

We woonden dus op ’t Exterlaer en genoten van de onvoorziene vakantie, weliswaar regelmatig onderbroken door luchtalarm en dan was het lopen naar de kelder, waar we trouwens ’s nachts ook sliepen tijdens die periode.

Op 21 november sloeg dan schuin over ons huis; in wat wij toen “het bos” noemden (een domein van enkele ha, begrensd door de Van de Hautelei en ’t Exterlaer en met stevig houten latten als omheining waar we tot onze ergernis niet tussen konden kruipen) een V2 in.

De grote wilde kastanje en andere bomen aan de overkant van de straat braken enigszins het impact van de raket die ons en andere geburen verraste daar er geen luchtalarm mogelijk geweest was. Er vielen 3 doden en 4 gewonden. Thuis viel alles nogal mee behalve de aanzienlijke stoffelijke schade. Slechts één jongere broer die in de werkplaats aan ’t knutselen was kreeg een snijwonde aan zijn hoofd door vallend glas. Glas lag er ook op de kinderwagen waar peuter Bruno lag te slapen.

Verder zat alles onder ’t stof ook het ondergoed dat moeder en de familiehulp aan het klaarmaken waren omdat mijn oudste broer en ik ’s anderendaags naar West-Vlaanderen zouden vertrekken waar alles veiliger was; Moeder had een organisatie gevonden in de H. Hartparochie van Borgerhout die zich daar mee bezig hield. Zo kwamen we in Zillebeke en Elverdinge terecht bij gastvrije mensen. Later gingen nog twee broers naar West-Vlaanderen, terwijl vader en grootvader voorlopige herstellingen uitvoerden aan ons huis

Na het einde van de V-bommenperiode mochten mijn oudste broer Louis en ikzelf ons schooljaar verder afwerken in Elverdinge met dank aan de families Gadeyne en Stragier. Dank U West-Vlaanderen!

Camiel Jacobs

 

Noot:

In de periode okt 44 – einde maart 45 vielen er 4248 Vl en 1712 V2 in het arrondissement Antwerpen waarbij 4229 doden vielen (714 militairen en 3515 burgers) en 6990 gewonden (1169 militairen en 5821 burgers)

Bron:

  • “Antwerpen onder de V-bommen 1944-1945” van Koen PALINCKX

V-Wapens voor Antwerpen

in HD op YouTube
klik op de foto

Bombardement op Mortsel, 5 april 1943, een oorlogsherinnering

In juni 1940, kort na de Duitse inval in België werd in de werkplaatsen van het vroegere autobedrijf Minerva het “Frontreparaturbetrieb Erlawerk VII” opgericht door de firma “Erla Maschinenwerk” uit Leipzig. Vliegtuigen die in de frontlinie werden ingezet moesten daar hersteld en onderhouden worden. Als kind herinner ik me de ronkende motoren aangezien we slechts op enkele kilometers van het vliegveld van Deurne en ook van de Erla woonden. De daarop volgende maanden en jaren werd meermaals door het verzet belangrijke informatie m.b.t. het aantal en het type vliegtuigen, het aantal arbeiders enz. doorgegeven aan Londen.

Twee Belgische geheimagenten, luisterend naar de namen Ulysse en Jocky, woonden in de omgeving van de Erla-fabriek en maakten einde maart 1943 nogmaals een rapport over aan de geallieerden. Het bevatte zelfs een nauwkeurig plan van de fabriek alsook merkpunten voor de aanvliegroutes bij een eventuele luchtaanval. De geallieerden bestudeerden het rapport in een context waarbij strategische bombardementen in de bezette gebieden en in Duitsland moesten uitgevoerd worden ten einde de “onvoorwaardelijke overgave” af te dwingen. De opdracht om Erlawerk VII te bombarderen werd toevertrouwd aan de Amerikaanse 8e Luchtmacht.

En zo verschenen, na de gebruikelijke formatievormingen boven Engeland en de Noordzee en de escorte door een aantal Spitfires (die ter hoogte van het Sas van Gent moesten afhaken wegens beperkt vliegbereik) de grote meerderheid van de 82 ingezette Vliegende Forten en Liberators om 15.42u boven Mortsel. Het was een mooie maandagnamiddag onder een staalblauwe hemel die 5e april 1943.

In twee aanvalsgolven werden in 4 à 8 minuten 600 bommen (223 ton) afgeworpen, waarvan er slechts 5 of 6 het doel, de Erla-fabriek troffen. De grote meerderheid viel op het centrum van Mortsel en op het gehucht Oude-God: kerken, huizen en scholen werden vernietigd of zwaar beschadigd. De cijfers gaan hier van 1000 tot 1500. Het ergst van al was de dodentol. Er vielen niet minder dan 936 doden waaronder 209 kinderen. Er waren ook 587 zwaargewonden en 756 lichtgewonden te betreuren.

Het leed was onnoemelijk. Geen enkele familie in Mortsel bleef gespaard (zie hierover het boek “Tranen over Mortsel” van de jonge historicus Peter Serrien). Daar het echter om “friendly fire” ging werd dit uitgebuit door de Duitse bezetter. Hoge officieren waren aanwezig op de begrafenis van de talrijke slachtoffers en de bezetter schonk als propagandastunt de som van 20 miljoen Belgische frank als slachtofferhulp!

Als oud-militairen kunnen we ons misschien de vraag stellen waarom het mis ging? De “leadbombardier”, Majoor Frank Yaussi was niet aan zijn proefstuk toe en bevond zich in het vliegtuig bestuurd door Lt-Kol James Wilson, waarin ook hun chef Brigade-generaal Frank Armstrong als “passagier” meevloog. Ze bevonden zich op 7000 m hoogte doch werden enkele minuten voor de geplande aanval frontaal aangevallen door een Duitse Focke Wulf 190-jager. De zuurstoftoevoer werd geraakt waardoor Wilson naar een lagere hoogte vloog en zodoende de meer onervaren piloten die hem volgden op het verkeerde been zette, waardoor hun bommen te laat  werden gelost en het centrum van Mortsel troffen met alle gevolgen van dien.

In de lectuur hierover vond ik 1) dat Majoor F. Yaussi reeds op 6 april naar Amerika gemuteerd werd 2) dat Brigade-generaal Armstrong ook kort na 5 april naar Amerika teruggezonden werd. Een en ander is misschien te verklaren door het feit dat Generaal Ira C. Eaker, CO van het 8e US Bomber Command, een oude kameraad was van Frank Armstrong. “Vermoedelijk heeft Eaker zijn vriend Armstrong in bescherming genomen nadat de Belgische regering in Londen geprotesteerd had over de bloedige luchtaanval op Mortsel”, zo schrijft Achille Rely uit Mortsel.

Hoe dan ook, het leed en de schade in Mortsel waren aanzienlijk en hartverscheurend. Het was het zwaarste bombardement ooit op een niet-Duitse stad. Er was praktisch geen enkele familie in Mortsel die geen geliefden verloor.  Jaarlijks wordt deze gebeurtenis herdacht en worden de schoolkinderen er bij betrokken, zodat ze zich kunnen inleven in wat er in 1943 gebeurde, waarbij niet minder dan 209 schoolkinderen stierven. Ze liggen begraven op een erepark op het kerkhof van Mortsel-Dorp en krijgen jaarlijks rond 5 april een passende bloemenhulde.

Het niet toekennen van het oorlogskruis (wegens “friendly fire”) blijft een teer punt, zowel bij het stadsbestuur als bij de Mortselenaren. Wel werd door toedoen van Minister Flahaut in 2004 een  erediploma toegekend evenals aan 84 andere steden en gemeenten, die in WOII getroffen werden door geallieerde bombardementen. Deze laattijdige erkenning van het oorlogsleed hangt nu in het stadhuis van Mortsel.

Camiel Jacobs

Bronnen:

  • “Tranen over Mortsel” uitgave 2016, Peter Serrien 
  • 5 april 1943 (brochure april 2003) – Mortselse Heemkundige kring
  • Historische wandeling (5 april 1943) – Uitgave stad Mortsel 2010
  • Lezersbrief aan kranten of aan ’t Periodiekske – Achille Rely, Mortsel.

Mortsel herdenkt bombardement van 1943
963 doden door friendly fire

Reportage VRT
klik op de foto